T01096

Toezegging Verduidelijkingen onderscheid plan en project en wijziging besluit MER (31.755)



De minister van VROM zegt de Kamer toe, naar aanleiding van opmerkingen van de leden Slagter en Putters: - de criteria voor het onderscheid tussen plan en project en wanneer een project complex is op de site van VROM te verduidelijken. - de Kamer te informeren over algemeen toepasbare criteria die toch maatwerk kunnen opleveren in het besluit MER, gelet op de uitspraak van het Europese Hof van Justitie - voor de behandeling van de crisis- en herstelwet in de Eerste Kamer een eerste duiding geven van de richting van de uitwerking.


Kerngegevens

Nummer T01096
Status voldaan
Datum toezegging 8 december 2009
Deadline 1 januari 2011
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Infrastructuur en Milieu
Kamerleden prof.dr. K. Putters (PvdA)
drs. T.M. Slagter-Roukema (SP)
Commissie commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu / Wonen, Wijken en Integratie (VROM/WWI)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Besluit MER
Crisis- en herstelwet
milieueffectrapportage
Kamerstukken Modernisering van de regelgeving over de milieueffectrapportage (31.755)


Uit de stukken

Handelingen I 2009-2010, nr. 12 – blz. 366

Mevrouw Slagter-Roukema (SP): Ik kom nog even terug op het onderscheid tussen plan en project. Ik vond het wel troostend dat het voor mijn medecollega’s kennelijk ook heel ingewikkeld is om te bepalen wat nu wat is. Ik heb er zelf best wel moeite voor moeten doen om die informatie te krijgen. Mijn suggestie is om op de site van het ministerie – ik heb daarop gekeken, maar kon daarop niet goed mijn antwoorden vinden – een omschrijving te geven van de criteria die bepalen wanneer iets een plan of een project is, wanneer het complex is en wanneer niet. Met je gewone begrip van het Nederlands kom je er niet uit, terwijl dat belangrijk is voor het begrip van de burger.

Minister Cramer:

Als dit door mevrouw Slagter geconstateerd wordt, zal ik ervoor zorgen dat er nog

eens goed wordt gekeken naar de wijze waarop wij op onze site maar ook in documentatie, niet alleen de burger, maar ook andere groeperingen voorlichten. Het is zaak dat wij dat helder en transparant doen en dat iedereen het begrijpt. In die zin wil ik zeker daaraan tegemoetkomen. Wij doen er natuurlijk alles aan, maar blijkbaar in de ogen van mevrouw Slagter nog niet voldoende, om ervoor te zorgen dat dit wel allemaal voor elkaar is. Dit punt wordt zeker genoteerd.

Blz. 372

Minister Cramer:

[…]

Ik ga nu meteen door met de vraag van de heer Putters: klopt het dat er voor de kleinere intensieve pluimveehouderij- en varkenshouderijbedrijven alsmede voor de geitenfokkerijen geen MER hoeft te komen. Het klopt dat op basis van het huidige Besluit MER voor deze bedrijven geen MER hoeft te worden gemaakt. De uitspraak van het Hof noodzaakt echter tot herziening en dat is eigenlijk terecht, gelet op wat wij nu aan de hand hebben met de Q-koorts. Op aantal alleen kun je geen besluit baseren. Je hebt dus ook andere criteria nodig. Het moeilijke is dat wij het hebben over een generieke regeling. Je moet dus criteria hebben die algemeen toepasbaar zijn, maar toch moet je maatwerk leveren bij de invulling. Dat moeten wij nog even bestuderen, omdat wij niet meteen een antwoord op deze problematiek van het Europese Hof voorhanden hebben. Wij zien echter wel dat het Hof een punt heeft. Daar kom ik bij de Kamer dus nog op terug.

Blz. 374

De heer Putters:

[…]

Wij hebben wel een aantal opmerkingen. Allereerst maak ik een algemene opmerking over de plannen en de projecten. Volgens mij is het terecht dat wij in de beantwoording daarover wat meer te horen hebben gekregen en dat de minister dat onderscheid maakt. Tegelijkertijd roept dat wel de vraag op langs welke criteria een en ander wordt gelegd. Wanneer is iets nu een plan en wanneer is iets een project? Bij bepaalde plannen gaat het om 2000 woningen die zonder toetsing gebouwd kunnen worden, maar de aanleg van een deel van een luchthaven valt onder een project. Voor mij wordt dan het onderscheid tussen plan en project ineens wel heel dun. Dit heeft wel grote consequenties, want bij het een moet de Commissie voor de m.e.r. bijvoorbeeld wel worden ingeschakeld, terwijl dit bij de ander niet hoeft. Wat een plan en wat een project wordt genoemd, heeft dus wel consequenties. Voor ons is dat niet helemaal helder. Wij vragen de minister om daarop nog even in te gaan en ons wellicht ook een brief te doen toekomen waarin zwart op wit staat wat precies de criteria daarvoor zijn en welke consequenties dat heeft voor de inschakeling van de Commissie voor de m.e.r.

Blz. 377

Minister Cramer:

[…]

De heer Putters stelde een vraag over plannen en projecten en het onderscheid daartussen, namelijk wat de criteria zijn. Ik heb zojuist in reactie op het probleem dat het Europees Hof heeft gesignaleerd, geantwoord dat wij nog met een aantal verduidelijkingen zitten. Die zullen worden opgenomen in het Besluit MER dat rond mei 2010 gereed zal zijn. De globale omschrijvingen zijn terug te vinden. De precieze uitwerking hoort thuis in het Besluit MER en die is nog voor verbetering vatbaar. Dat i  een punt waar wij zeker op terugkomen. De heer Putters vroeg ook of ik in staat ben om voor de behandeling van de Crisis- en herstelwet een eerste duiding te geven. Ik heb uitgelegd dat ik met het probleem zit dat het generiek formuleren, dat wij proberen te doen door alleen maar aantallen te noemen, onvoldoende is. De vraag is hoe wij moeten omgaan met het opnemen in het Besluit MER van een generieke formulering die moet worden gespecificeerd naar verschillende sectoren en activiteiten. Zijn voorbeeld was heel terecht. Als wij echter spreken over woningbouwopgaven, moeten wij er heel anders over nadenken. Dat is ons probleem. Ik kan toezeggen dat wij een duiding geven van de richting waarin de uitwerking zal plaatsvinden, maar ik kan niet voor half januari al een exact antwoord geven op de vraag hoe het probleem moet worden opgelost. Ik heb daarom gezegd dat om die reden het Besluit MER later in de Kamer komt. Wij moeten daar even goed over nadenken.


Brondocumenten


Historie