Plenair Koffeman bij behandeling Wet natuurbescherming



Verslag van de vergadering van 8 december 2015 (2015/2016 nr. 11)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 22.29 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Koffeman i (PvdD):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor zijn antwoorden. Maar ik wijs er ook op dat hij een onjuiste interpretatie heeft gegeven van de wijze waarop de vijf soorten door wildbeheereenheden aan een structureel plan worden onderworpen. Juist het ontbreken van zo'n structureel plan is het kenmerk van het amendement dat deze wet diametraal heeft veranderd. Ik ben erg blij dat collega Schnabel die vraag indringend gesteld heeft aan de staatssecretaris. Er was de noodzaak voor een afschotplan in de oude wet. Dat is juist door het amendement gesneuveld. Dat betekent dat zonder enige vorm van afschotplan die vijf soorten vogelvrij zijn, vogelvrij bejaagd kunnen worden en dat alleen achteraf door de jagers volgens hun eigen tellingen aangegeven hoeft te worden hoeveel dieren er geschoten zijn. Dat cijfer wordt vervolgens bij hun eigen faunabeheereenheid ingeleverd. Als je hardrijders verplicht om zelf een beetje hun kilometerstand bij te houden en bij de BOVAG of een andere automobilistenclub in te leveren, om duidelijk te maken welke snelheden ze gereden hebben, dan geeft dat weinig vertrouwen. Dat is anders bij een afschotplan van tevoren, zoals aanvankelijk in de wet besloten lag.

Die verschillende maatschappelijke doelen van redelijke wildstand en populatiebeheer zijn heel duidelijk schijntegenstellingen. In de nota Mooi Nederland werd de wildlijst geschrapt om die reden. Het was niet voor het eerst dat de Partij van de Arbeid daarmee kwam. In de nota Mooi Nederland staat dat als er geen schade, overlast of populatieprobleem is, er dan niet gejaagd zal worden. Dat is helder. Maar er staat ook: zijn die problemen er wel, dan kan er als er een objectieve weging is alsnog gejaagd worden. Die mogelijkheid heeft de staatssecretaris uit de wet gehaald. Hij heeft de mensen van VVD en Partij van de Arbeid die het amendement hebben ingediend, daarin gevolgd. Daarmee is elke wijze van objectivering ontvallen aan die jacht op de vijf soorten.

In 1995 zei Kamerlid Willie Swildens-Rozendaal dat het onlogisch is om een wildlijst te hebben, omdat er niet gejaagd wordt tenzij er een bijzondere reden voor is. Zij benadrukte het belang van een uniforme bescherming, waarbij inbreuken slechts te rechtvaardigen zijn uit overwegingen van schade of bescherming. In de NRC van 21 oktober 1999 gaf diezelfde Willie Swildens-Rozendaal toe dat ze toch voor de plezierjacht op de vijf soorten was gezwicht omdat ze "de VVD op andere terreinen mee kon krijgen door te kiezen voor de plezierjacht". Er was dus geen sprake van een inhoudelijke afweging, hoewel ze dat drie jaar lang had volgehouden. Het was alleen een manier om de VVD mee te krijgen in andere beleidskwesties. Daarvan is ook vandaag sprake. Het is eigenlijk jammer dat je dat drie jaar lang met heel veel meel in de mond moet verdedigen en dat je pas daarna durft toe te geven dat het eigenlijk een politieke deal was. Dat gebeurt nu op dezelfde manier. Om die reden dien ik de volgende motie in, die ik volgende week graag hoofdelijk in stemming gebracht wil zien.

De voorzitter:

Door de leden Koffeman, Meijer, Teunissen, Vos, Köhler, Lintmeijer, Dercksen en Ten Hoeve wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat:

de regering jacht zonder maatschappelijk doel niet acceptabel vindt;

het voorliggende wetsvoorstel jacht op vijf soorten toelaat zonder dat het afschot hoeft te worden gepland, gestructureerd, geobjectiveerd en gemaximeerd, met inachtneming van de schadehistorie en de draagkracht van de populaties;

de systematiek van de Wet natuurbescherming wezenlijk afwijkt van die van de nauwelijks geclausuleerde jacht op haas, fazant, konijn, wilde eend en houtduif;

bij gebundelde wetsvoorstellen de Eerste Kamer de mogelijkheid wordt ontnomen om een separaat politiek eindoordeel te vellen over de onderscheiden wetsvoorstellen;

verzoekt de regering, met een novelle te komen waarin de jacht op de vijf soorten zoals genoemd in de jachtlijst wordt afgezonderd van de Wet natuurbescherming, en deze separaat aan de Kamer voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter P (33348).

De heer Koffeman (PvdD):

De staatssecretaris lijkt een groot vertrouwen te hebben in de jachtwereld. Zo groot zelfs dat een intrinsiek belangenconflict in de wet wordt gehandhaafd. Om die reden dien ik de volgende motie in.

De voorzitter:

Door de leden Koffeman, Meijer, Teunissen, Vos, Köhler en Lintmeijer wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de wet de jachtopzichter definieert als degene die zorg draagt voor de bescherming van de jachtbelangen van een jachthouder en tevens als degene die als buitengewoon opsporingsambtenaar is belast met de opsporing van de bij of krachtens deze wet strafbaar gestelde feiten en van de overige in de akte of aanwijzing als bedoeld in artikel 142, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering aangeduide strafbare feiten;

overwegende dat in deze definitie sprake kan zijn van conflicterende belangen, bijvoorbeeld wanneer de jachthouder tevens werkgever is van de jachtopzichter;

overwegende dat zulks de handhaafbaarheid van de wet niet ten goede komt;

verzoekt de regering, de jachtopzichter de enkelvoudige taak toe te kennen van buitengewoon opsporingsambtenaar, belast met de opsporing van de bij of krachtens deze wet strafbaar gestelde feiten en van de overige in de akte of aanwijzing als bedoeld in artikel 142, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering aangeduide strafbare feiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter Q (33348).

De heer Koffeman (PvdD):

Het kabinet zet in op decentralisatie, maar vreemd genoeg geldt dat niet voor de vos. Die staat nog steeds vogelvrij op de landelijke vrijstellingslijst. In het kader van de decentralisatie nodig ik de staatssecretaris uit om de vos daarvan af te halen. In die zin is de volgende motie bedoeld als een ondersteuning van dat beleid.

De voorzitter:

Door de leden Koffeman, Meijer, Teunissen, Vos, Köhler en Lintmeijer wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de vos een beschermde diersoort is in de Flora- en faunawet en in de toekomstige Wet natuurbescherming;

constaterende dat de vos op de landelijke vrijstellingslijst staat, wat betekent dat er gedurende het gehele jaar, ook in de draag- en zoogtijd, overal in Nederland afschot mag plaatsvinden, zonder dat hoeft te worden aangetoond dat er in een gebied sprake is van schade of overlast;

constaterende dat de Wet natuurbescherming overdracht van de regie over het natuurbeleid aan de provincies beoogt;

verzoekt de regering, de vos van de landelijke vrijstellingslijst te halen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter R (33348).

De heer Koffeman (PvdD):

Ik wil graag nog in herinnering roepen dat de Raad van State het gebruik van kunstlicht tijdens de vossenjacht stelselmatig in alle omstandigheden afwijst in het licht van de Benelux-Overeenkomst. De staatssecretaris heeft dat helaas niet overgenomen. Daarom dien ik de volgende motie in.

De voorzitter:

Door de leden Koffeman, Meijer, Teunissen, Vos, Köhler en Lintmeijer wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Raad van State van oordeel is dat uit de Benelux-Overeenkomst en een daarop gebaseerd besluit volgt dat nooit kunstlicht mag worden gebruikt bij de vossenjacht, omdat kunstlicht geen "middel" is dat in de Benelux is toegestaan bij de jacht;

verzoekt de regering, het gebruik van kunstlicht bij de vossenjacht te verbieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter S (33348).

De heer Koffeman (PvdD):

De wijze waarop de inbreng van maatschappelijke organisaties in de faunabeheereenheden nu is vormgegeven, is een onbegaanbare route. De Vogelbescherming spreekt van een wassen neus; daaraan wil ze niet meewerken. Dierenbescherming zegt dat zij heel graag haar nek uitsteekt, maar niet graag haar nek in de strop steekt. Sommige provincies hebben al aangegeven dat maatschappelijke organisaties alleen welkom zijn in de faunabeheereenheid als ze positief staan ten opzichte van de jacht. Dat wordt natuurlijk een heel zotte situatie, dus zullen al snel alleen jachtgerelateerde maatschappelijke organisaties, zoals Vereniging Het Reewild, Vereniging Het Edelhert en aanverwante pro-jachtorganisaties zitting kunnen nemen in de faunabeheereenheden. Ik hoor graag van de staatssecretaris of dat zijn bedoeling is. Of: als dat het geval is, zal hij dan ingrijpen? Als alleen pro-jachtorganisaties er zitting in nemen, biedt dat geen enkele waarborg voor objectiviteit. Dus alleen het schrappen van de wildlijst en een objectivering van de noodzaak tot schadebestrijding en populatiebeheer kunnen leiden tot een faunabeleid zoals dat door de Partij van de Arbeid bij alle verkiezingen in de afgelopen decennia is beloofd, maar keer op keer niet waar is gemaakt. Ook deze keer niet. Dat is niet geloofwaardig, dient geen enkel maatschappelijk doel en staat haaks op de bescherming van de intrinsieke waarde van dieren. Hoe kun je zeggen dat je de intrinsieke waarde van een dier erkent als je het vervolgens doodschiet? Dat kan nooit samengaan.

De voorzitter:

Ik vraag de staatssecretaris of hij direct kan antwoorden of dat hij een korte schorsing wenst. Ik zie mevrouw Meijer naar de interruptiemicrofoon lopen.

Mevrouw Meijer i (SP):

Toen ik de motie met letter J indiende, had ik nog niet de motie met letter I van de PvdA tot mij genomen. Ik wil daarom iedereen vragen om de motie op letter J als niet geschreven te beschouwen. Ik trek deze motie in.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Meijer c.s. (33348, letter J) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Staatssecretaris, hebt u genoeg aan tien minuten, een kwartiertje? Ik zie dat dat gaat lukken.