Verslag van de vergadering van 30 juni 2025 (2024/2025 nr. 35)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 16.03 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Thijssen i (GroenLinks-PvdA):
Welkom, initiatiefnemers. Jullie zijn ver gekomen, dus gefeliciteerd. Een van de laatste hordes, maar ik denk nog niet de allerlaatste. Welkom. Welkom ook aan de demissionaire staatssecretaris namens het kabinet. Welkom ook aan de publieke tribune. Ik denk dat er wel politiek adviseurs aanwezig zijn, of misschien kijken ze mee. Ook aan jullie felicitaties.
Voorzitter. We spreken vandaag over een landelijk vuurwerkverbod. Na 70 jaar maatschappelijke discussie lijkt dit er te gaan komen, dankzij een initiatiefwetsvoorstel. Inmiddels is mijn fractie een groot voorstander van een dergelijk verbod. Nut, noodzaak en urgentie spreken voor zich: fysiek letsel bij mensen, vuurwerkstress bij dieren, vernielingen aan de publieke ruimte, milieuschade, gezondheidsschade en, heel belangrijk, geweld tegen hulpverleners. Aangrijpend is de terugblik van de Politiebond op de laatste jaarwisseling: "We hebben veel levensreddend moeten handelen. Het is soms haast een oorlogsgebied geweest."
Voorzitter. De GroenLinks-PvdA-fractie vindt het belangrijk om eerst uitgebreid stil te staan bij de lange aanloop naar vandaag. Het proces laat namelijk zien waartoe actief burgerschap kan leiden en dat verandering ook mogelijk is door maatschappelijke krachten te bundelen. Democratie van onderop kan echt verschil maken, maar een lange adem is dan wel nodig.
Al in 1955 doet de VNG op verzoek van het gemeentebestuur van Zwolle een voorstel voor een landelijk vuurwerkverbod bij de minister van Binnenlandse Zaken. Een nieuwjaarstraditie waarbij burgemeesters aandacht vragen voor vuurwerkoverlast is geboren. Dan duurt het nog zo'n 53 jaar totdat ongeruste burgers zich gaan verenigen. In 2008 richt een oud-politieagent samen met twee bekenden een initiatief op. Het heet Staakt Het Vuren. Naar eigen zeggen was hij met zijn pleidooi voor een verbod een "roepende in de woestijn". Al iets meer tractie kregen twee raadsleden van GroenLinks enige tijd later. Zij bereikten heel veel media-aandacht, maar zelfs in hun eigen partij kregen ze de handen niet op elkaar. Ik zie een van de indieners knikken. Hij was er ook bij. Het waren de jaren waarin de partij haar vrijzinnige traditie vooropzette. Daar paste een vuurwerkverbod niet bij. Heel eerlijk: ik was toen ook al lid en actief bij GroenLinks en ik was er ook niet helemaal een voorstander van.
Pas toen de oogartsen Tjeerd de Faber en Jan Keunen het vuurwerkmanifest in 2014 startten, begon het maatschappelijk draagvlak echt toe te nemen. Inmiddels hebben meer dan 750.000 burgers en organisaties het manifest ondertekend. Maar zoals dat vaak gaat bij verandering loopt de samenleving voorop op de politiek. Kabinetten namen te kleine en daarom ineffectieve stapjes, zoals minder verkoopdagen, kortere afsteekdagen, bewustwordingscampagnes en een verbod op knalvuurwerk. Dat leidde niet tot minder incidenten of minder geweld tegen de hulpdiensten. De roep van het lokale bestuur, burgers en maatschappelijke organisaties nam daarom alleen maar verder toe.
De coronajaren lieten zien dat het ook anders kan. Twee keer op rij werden de zorg, de handhavers en de hulpverleners ontzien door een tijdelijk vuurwerkverbod, waarbij vuurwerkondernemers op compensatie konden rekenen. Maar vergelijkbaar aan veel andere eyeopeners in die coronajaren — denk bijvoorbeeld aan de waardering voor zorgmedewerkers en pakketbezorgers of aan het afnemende vliegverkeer — werd al heel snel alles weer business as usual, ook rond het vuurwerk. In 2023 lag het aantal vuurwerkslachtoffers op hetzelfde niveau als voor de coronajaren. En door illegaal vuurwerk neemt de heftigheid van de incidenten en het aantal slachtoffers alleen maar toe.
Door toenemende overlast en geweld nemen steeds meer lokale besturen zelf het initiatief. Dat is een mogelijkheid die ze sinds 2022 hebben. Lokale vuurwerkverboden leiden echter niet tot een afname van het aantal incidenten; ze zorgen juist voor meer onduidelijkheid over wat mag. Je mag namelijk wel vuurwerk kopen en bezitten, maar je mag het niet afsteken. Daarbij is de ordehandhaving veel te complex, doordat handhavers enkel op heterdaad mogen betrappen. Het is nogal ingewikkeld om van een afstandje te horen of te zien of het gaat om legaal of illegaal vuurwerk. Een algeheel vuurwerkverbod moet dus tot duidelijkheid gaan leiden.
Als na de laatste jaarwisseling de nationale politie en Brandweer Nederland zich scharen achter het vuurwerkmanifest, krijgt het maatschappelijk initiatief na tientallen jaren voldoende politieke steun in de rug. Het initiatiefwetsvoorstel waar wij vandaag over spreken, krijgt eindelijk een meerderheid in de Tweede Kamer. En de verwachting is dat we volgende week hier in deze Kamer ook een meerderheid gaan terugzien bij de stemmingen.
Voorzitter. Voor mijn fractie is de relevante vraag vandaag niet of er een vuurwerkverbod moet komen, maar wanneer dat er moet komen. Het is een vurige wens van de hulpdiensten om het verbod aankomende jaarwisseling van kracht te laten gaan, zodat voorkomen wordt dat het voor de laatste keer nog één keer helemaal losgaat, met alle risico's van dien.
Ik ga twee citaten voorlezen. Het eerste is van Brandweer Nederland. "Dat de Tweede Kamer instemt met een algeheel verbod op het afsteken van vuurwerk is hoopvol en beschouw ik als blijk van zorg en waardering voor onze hulpverleners. Ik vind het alleen moeilijk te verteren dat het niet meteen dit jaar ingaat." Het tweede citaat is van de politievakbond ACP. Dit citaat is ook gesteund door de nationale politie; ook zij deelt namelijk deze zorg. De politievakbond zegt: "Mensen zouden nog één keer alles uit de kast kunnen halen, omdat ze weten dat het daarna niet meer mag. We moeten vorkomen dat het nog één keer losgaat."
Tijdens het debat in de Tweede Kamer is er onduidelijkheid ontstaan over de inwerkingtreding. Er zijn namelijk twee moties aangenomen die tegenstrijdig zijn aan elkaar. De ene motie stelt dat de inwerkingtreding van het verbod niet mag worden vertraagd. Als ik kijk naar de wettekst van de initiatiefnemers, zie ik staan dat zij beogen dat het verbod deze jaarwisseling al van kracht wordt. Dan interpreteer ik dat zo, dat in deze motie gesteld wordt dat de inwerkingtreding niet mag worden vertraagd, dus dat het nog vóór deze jaarwisseling moet gebeuren. Dat is een duidelijke uitspraak van de Tweede Kamer, gesteund door een grote meerderheid, waaronder ook de VVD aan de overkant.
Maar er is ook een andere motie aangenomen. Daarin wordt gezegd dat het verbod niet mag ingaan vóór 2026. Ook deze motie heeft een meerderheid gekregen, ook met steun van de VVD. Ik kijk nu ook even naar mijn collega aan de overkant. Ik denk dat het belangrijk is dat wij vandaag in deze Kamer duidelijkheid gaan geven. Wat is nou de bedoeling? Wanneer gaat de inwerkingtreding plaatsvinden? Ik zou daarbij in ieder geval willen vragen aan de initiatiefnemers, maar ook aan het demissionaire kabinet, om de harde toezegging — dat is wel het minste wat mij betreft — dat het in ieder geval niet later dan 2026 wordt.
Het is nu dus aan ons in de Eerste Kamer om duidelijkheid te creëren over de inwerkingtreding. De GroenLinks-PvdA-fractie neemt de signalen van de hulpverlenende diensten uiterst serieus. Daarom heb ik vijf vragen, met een aantal subvragen, die wat mij betreft vandaag centraal staan en aan de hand waarvan wij als fractie ons oordeel zullen geven.
Eén. Wat zijn de voor- en nadelen van de inwerkingtreding tijdens de jaarwisseling 2025-2026 ten opzichte van die van 2026-2027? Ik wil van de indieners, maar ook van het demissionaire kabinet weten of zij het eens zijn met de hulpverlenende diensten dat voorkomen moet worden dat er zo'n laatste knalfeest komt. Hoe reëel is dit risico?
Twee. Is het ook haalbaar om het verbod van kracht te laten worden bij de aankomende jaarwisseling, 2025-2026? Wat zou dat voor gevolgen hebben, ook voor de zorgvuldigheid en de uitvoerbaarheid van deze wet? Voor onze fractie is dat ook heel belangrijk. Ik heb daarbij nog twee deelvragen. Worden ook het lokale bestuur, de politie, de brandweer en betrokkenen uit de zorg gevraagd om te kijken naar de uitvoerbaarheid en zorgvuldigheid als het dit jaar zou ingaan? En hoe staat het met de uitvoeringstoetsen?
De derde vraag gaat over de uitwerking van de gevraagde AMvB. Dat is ook een belangrijk punt. Wanneer kunnen we die verwachten? Waar staan we in het proces? Wanneer komt ie? Het liefst krijg ik een concreet antwoord.
De vierde vraag gaat specifiek in op de drie heikele kwesties in de AMvB. Een. Wanneer wordt het handhavingsplan van de gemeente en de politie verwacht? Twee. Wanneer komt er duidelijkheid over de compensatieregeling? Verloopt dit soepel of leidt dit tot vertraging? Drie. Is de ontheffingsmogelijkheid, zoals voorgesteld in het amendement-Bikker, uitvoerbaar? Wanneer is de uitwerking hiervan te verwachten?
Ik rond af met mijn vijfde punt. Dat punt vraagt misschien om een beetje gymnastiek van iedereen. Ik denk namelijk dat het goed mogelijk is om de AMvB op te knippen. We vragen deze jaarwisseling om een handhavingsplan en uitvoeringstoetsen, zodat we al voor een algemeen vuurwerkverbod kunnen gaan bij de jaarwisseling 2025-2026. Het jaar daarop komt er een aanvullende AMvB of een wijziging, waarin de compensatieregeling wordt uitgekeerd — dat kan met terugwerkende kracht — en de motie-Bikker, als het gaat om de ontheffingsmogelijkheid voor dorps- en buurtverenigingen, nog kan worden toegevoegd. Dit is een manier om te voorkomen dat er nog een laatste knalfeest komt. Ik kijk hiervoor ook naar mijn collega's in de Eerste Kamer. Ik hoop dat we voor dit laatste idee de handen op elkaar kunnen krijgen. Ik kijk uit naar de beantwoording.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Thijssen. Dan is het woord aan de heer Kemperman namens de Fractie-Kemperman.