T04026

Toezegging Bij voortgangsbrief ingaan op regionale en internationale verschillen en kwantitatieve data m.b.t. netcongestie (36.600 XIII/36.600 XXIII/36.600 M)



De minister van Klimaat en Groene Groei zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Petersen (VVD) en Baumgarten (JA21), toe bij de voortgangsbrief de kwantitatieve gegevens op te nemen die ingaan op de regionale verschillen in Nederland en de concurrentiepositie van Nederland ten opzichte van andere landen betreffende netcongestie.


Kerngegevens

Nummer T04026
Status openstaand
Datum toezegging 11 februari 2025
Deadline 1 juli 2025
Verantwoordelijke(n) Minister van Justitie en Veiligheid
Kamerleden dr. R. Baumgarten (JA21)
drs. K. Petersen (VVD)
Commissie commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen bedrijven
concurrentie
netcongestie
VNO-NCW
Kamerstukken Begrotingsstaat Klimaat en Groene Groei 2025 (36.600 XXIII)
Begrotingsstaten Economische Zaken 2025 (36.600 XIII)
Begrotingsstaat Klimaatfonds 2025 (36.600 M)


Uit de stukken

Handelingen I 2024-2025, nr. 18, item 5 - blz. 12.

De heer Petersen (VVD):

“Het regeerprogramma zegt dat het kabinet stevig regie gaat voeren op de netcongestieproblemen. Volgens VNO-NCW staan inmiddels ruim 10.000 bedrijven op de wachtlijst voor een stroomaansluiting of de uitbreiding daarvan, en dit aantal groeit. Welke regie-initiatieven heeft het kabinet inmiddels al genomen? Wat kunnen we tegemoetzien in het lopende jaar 2025 en wat in de rest van deze kabinetsperiode? Welke tastbare effecten verwacht de minister hiervan op afzienbare termijn? Welke mogelijkheden heeft zij om deze effecten te versnellen? Zijn er tried-and-tested-lessen die wij uit andere landen kunnen leren? Met andere woorden, wanneer is dit probleem opgelost?

Handelingen I 2024-2025, nr. 18, item 7 - blz. 10.

Minister Hermans:

“De heer Petersen noemde volgens mij een aantal van bedrijven dat op dit moment wacht op een aansluiting. Dat aantal had VNO-NCW genoemd. Ik denk dat we hier in de voortgangsbrief wel iets van inzicht in kunnen geven: hoe zit dit nou in de verschillende delen van Nederland? De acute problematiek begon namelijk in Flevoland, Gelderland en Utrecht, maar inmiddels zien we het natuurlijk op veel meer plekken in Nederland. Ik zal dus in die voortgangsbrief de kwantitatieve gegevens die ik kan delen een plek geven.”

De voorzitter:

“Tot slot, meneer Baumgarten.”

De heer Baumgarten (JA21):

“Het gaat mij vooral ook om de internationale context, ook binnen de EU: hoe is onze concurrentieverhouding ten opzichte van de EU in het kader van netcongestie en hoeveel nadeel hebben we daarvan in Nederland?”

Minister Hermans:

“Kijk, daar kan ik waarschijnlijk in algemene zin wel een aantal opmerkingen over maken. Daar hoef ik trouwens in die brief niet op terug te komen, want dat kan ik nu doen. Dat is meer kwalitatief, maar ik realiseer me nu dat de heer Baumgarten mij vroeg om kwantitatieve gegevens. Het lastige is dat je dat nooit exact zult weten, omdat je niet weet wat je niet weet. En niet iedereen die misschien wel iets zou willen, heeft dat ook al expliciet gemaakt. Misschien zijn er dus ook wel bedrijven die, wetende dat die druk op het stroomnet er is, nu even wachten. Maar de informatie die er is, waar wij de beschikking over hebben, kan ik samenvatten en in die voortgangsbrief opnemen.”


Brondocumenten


Historie

  • 11 februari 2025
    toezegging gedaan