De minister van Financiën zegt naar aanleiding van vragen van de leden Martens (GroenLinks-PvdA) en Aerdts (D66) toe, om de €3.000-grens mee te nemen in de evaluatie van de wet en een voorstel te doen over hoe deze grens periodiek herijkt kan worden.
Nummer | T04048 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 27 mei 2025 |
Deadline | 1 juli 2026 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Financiën |
Kamerleden | mr. drs. W.J.M. Aerdts (D66) R.O. Martens MSc (GroenLinks-PvdA) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | evaluaties grensbedrag indexatie |
Kamerstukken | Wet plan van aanpak witwassen (36.228) |
Handelingen I 2024-2025, nr. 30, item 7 - blz. 2
De heer Martens (GroenLinks-PvdA):
“Ik heb nog één laatste punt, besef ik, over het herijken van de grens naar aanleiding van onder andere de inflatie. Ik snap dat de grens geen €3.166 moet worden, maar op welk moment past de regering de grens aan? Is dat ingebouwd of is dat afhankelijk van de oplettendheid van een toekomstige minister? Anders verdwijnt zo'n grens natuurlijk langzaam. Kan de minister toezeggen dat periodiek te herijken?”
Handelingen I 2024-2025, nr. 30, item 7 - blz. 5
Mevrouw Aerdts (D66):
“Mijn fractie begrijpt waarom de minister ervoor heeft gekozen om dezelfde limiet als België aan te houden. Zo wordt het voor Belgische criminelen niet aantrekkelijk om in Nederland hun geld wit te wassen. Maar zou de minister misschien kunnen toelichten waarom er niet is gekozen voor een lagere limiet, zoals in Italië, Frankrijk of Griekenland? Daar zijn deze lagere limieten succesvol ingezet om criminaliteit aan te pakken. Verwacht de minister dat een lagere limiet beter zou werken? Kan hij in misschien in overleg treden met zijn Belgische collega om grenseffecten van die limieten te voorkomen? Is de regering voornemens om die limiet te indexeren, waar, wanneer, wat, hoe, et cetera? Collega Martens sprak er ook al over.”
Handelingen I 2024-2025, nr. 30, item 7 - blz. 26
De heer Martens (GroenLinks-PvdA):
“Misschien vergis ik mij, maar is er van een aantal kanten gevraagd naar het indexeren van de grens van €3.000.”
Minister Heinen:
“O ja. Een terechte vraag. Het klopt dat er in het wetsvoorstel nu niet voorzien is in een indexatie. Ik snap het punt van de heer Martens en een aantal van zijn collega's in deze Kamer heel goed. Je wilt natuurlijk voorkomen, zeker bij de inflatie die we nu zien, dat deze grens een aantal jaar nominaal hetzelfde blijft, maar in reële termen natuurlijk daalt. Ik zou hier willen voorstellen — dat kunt u als toezegging noteren, voorzitter — dat ik dit meeneem in die evaluatie en met een voorstel kom over hoe je dit periodiek herijkt. Ik hoor de heer Martens terecht zeggen dat hij wil voorkomen dat er straks een grens is van €3.006,73. Je wilt dat dus gaan afronden. Je zult dus sowieso naar een afronding naar boven of beneden moeten en dat periodiek moeten herijken. Laten we met een voorstel komen. Ik vind dat een terecht punt.”
Brondocumenten
-
behandeling Verslag EK 2024/2025, nr. 30, item 7
-
27 mei 2025
toezegging gedaan