Plenair Van Apeldoorn bij behandeling Begroting Buitenlandse Zaken 2024



Verslag van de vergadering van 18 juni 2024 (2023/2024 nr. 36)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 9.31 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Voorzitter. Dit is natuurlijk een raar moment om een begrotingsdebat te houden. We zitten al halverwege het begrotingsjaar en de minister gaat haar laatste weken in; dat staat nu vast. Nu we alsnog deze begroting al dan niet moeten goedkeuren, is het goed om bij een en ander stil te staan.

De wereld om ons heen wordt steeds instabieler en de internationale veiligheid neemt zienderogen af. Waar bij de vorige begroting van deze minister de grootschalige Russische oorlog tegen Oekraïne het meest in het oog springende conflict was, komen nu al acht maanden ook de meest verschrikkelijke beelden van een andere oorlog tot ons, namelijk die van Israël tegen Gaza, en dit terwijl de verwoestende oorlog in Oekraïne gewoon doorgaat. De minister-president nam afgelopen weekend deel aan de vredestop in Zwitserland. Het nieuws van de top stemt niet per se optimistisch, maar welke lichtpuntjes ziet de minister op een mogelijk pad naar vrede? Oekraïne heeft uiteraard het recht om zichzelf te verdedigen. De SP vindt dat Europa, Nederland ook, Oekraïne daarbij moet helpen. Maar tegelijkertijd moeten we ook inzetten op in ieder geval een perspectief op vrede, want dit bloedvergieten kan en mag niet nog jaren doorgaan.

Intussen is onder president Biden de geopolitieke rivaliteit met China enkel nog verder geëscaleerd: een nieuwe koude oorlog waarin ook Europa helaas dreigt te worden meegezogen. De SP-fractie hoopt dat Nederland en de EU hier vooral een eigen koers varen. In Europa zelf is ondertussen volgens velen een nieuw IJzeren Gordijn neergelaten. Daarmee dreigt Europa verwikkeld te raken in twee koude oorlogen tegelijkertijd, een zeer gevaarlijke situatie die we wat ons betreft koste wat het kost zouden moeten voorkomen.

Er is genoeg om bij stil te staan. Maar waar ik in de rest van mijn betoog vooral bij stil wil staan en de minister bij haar naderende afscheid op wil laten reflecteren, is de vraag wat de kernwaarden zijn van ons buitenlands beleid. Wat zijn die kernwaarden volgens de minister? Op welke manier hebben die haar beleid bepaald? Voor de SP liggen die kernwaarden in het verlengde van de kernwaarden van onze partij: gelijkwaardigheid, menselijke waardigheid en solidariteit. Dat zijn waarden die we ook internationaal zouden moeten bevorderen. Dat kan wat ons betreft het beste in het kader van het internationale recht. Dat internationale recht zou ons belangrijkste kompas moeten zijn, zeker als het gaat om de manier waarop we om moeten gaan met internationale conflicten en geweld.

In artikel 19 van onze Grondwet staat dat de regering de internationale rechtsorde moet bevorderen. Het is binnen die rechtsorde dat niet alleen de internationale veiligheid het beste gedijt, maar ook de menselijke veiligheid, zoals gekoppeld aan de universele rechten van de mens. En ja, ook onze welvaart is, net als die van andere naties, gebaat bij een stabiele internationale rechtsorde. Het kan dan ook niet anders dan dat het een van de pijlers is van het buitenlands beleid van deze minister, maar het zou goed zijn om dat hier nog eens te bevestigen, ook naar de toekomst toe. Vervolgens moeten we het gevoerde beleid ook kritisch langs deze meetlat leggen. Dan moeten we helaas constateren dat het beleid van deze regering ernstig gefaald heeft. We moeten helaas constateren dat deze regering — daar spreek ik deze minister ook op aan — de internationale rechtsorde niet heeft bevorderd, maar juist heeft bijgedragen aan ondermijning ervan.

Dat grondwetsartikel lijkt helaas steeds meer een holle frase te zijn geworden. Want hoewel we het eerder hebben gezien — denk aan de Irakoorlog — is er in de recente geschiedenis van het Nederlandse buitenlands beleid zelden zo'n dubbele moraal aan de dag gelegd en zo met twee maten gemeten als in het afgelopen jaar door deze regering. Dan heb ik het natuurlijk over de totaal verschillende wijze waarop dit kabinet is omgegaan met de twee door mij in mijn inleiding genoemde oorlogen: de illegale invasie en veroveringsoorlog van Rusland enerzijds en de Israëlische oorlog tegen Gaza anderzijds. De regering heeft geheel terecht Ruslands aanval op het soevereine Oekraïne en Ruslands handelen in de daaropvolgende oorlog vanaf het begin consequent veroordeeld, inderdaad met het internationale recht en het oorlogsrecht in de hand. Ook heeft deze regering terecht geijverd voor het doen van onderzoek naar en de vervolging van Ruslands internationale misdaden.

De voorzitter:

Ik zie een aantal interrupties, allereerst van de fractie van JA21. Gaat uw gang.

Mevrouw Van Bijsterveld i (JA21):

Ik hoor collega Van Apeldoorn tot tweemaal toe zeggen "een oorlog die Israël aan het voeren is tegen Gaza". Is meneer Van Apeldoorn het met mij eens dat Israël oorlog voert tegen Hamas?

De heer Van Apeldoorn (SP):

Nou, Israël is een actie begonnen tegen Hamas naar aanleiding van de verschrikkelijke aanslagen van Hamas op 7 oktober, maar het is verworden tot een oorlog tegen de Gazaanse bevolking. Ik zal daar later in mijn betoog nog uitgebreid op terugkomen. Ik denk dat we kunnen vaststellen dat de oorlog die nu gaande is op geen enkele manier meer te verdedigen is op basis van het recht van zelfverdediging, dat overigens sowieso beperkt is als het gaat om een bezetting, zoals vele internationale juristen en volkenrechtsdeskundigen stellen. Natuurlijk zijn de aanslagen van Hamas hiervoor de aanleiding geweest, maar ik wou dat het een oorlog of een actie was tegen Hamas. Feit is, denk ik, dat het verworden is tot een oorlog tegen de Gazaanse bevolking, waaronder de Gazaanse bevolking, de Palestijnse bevolking van Gaza, ongelofelijk te lijden heeft.

Mevrouw Van Bijsterveld (JA21):

Fijn dat u in ieder geval erkent dat deze hele situatie begonnen is met de zeer bloeddorstige aanslag van Hamas op 7 oktober. Verder constateer ik dat het goed is dat de heer Van Apeldoorn uiteraard zijn mening geeft over wat hij vindt dat de oorzaak is van dit conflict of wat daaraan ten grondslag ligt, maar dat het, denk ik, wel lastig is om in dit huis over feiten te spreken als de feiten tot op heden gewoon nog niet helder zijn.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ik denk dat heel veel feiten wel helder zijn. We kunnen in ieder geval constateren dat we dagelijks kunnen zien wat er gebeurt in Gaza. We kunnen zien hoe bij kinderen ledematen worden afgerukt, hoe vreselijke brandwonden zijn ontstaan bij duizenden kinderen, hoe de ziekenhuizen, voor zover ze nog functioneren, vol liggen. We hebben beelden gezien uit Rafah van een onthoofde baby en een vader die die baby vasthoudt. Dat zijn verschrikkelijke beelden die mij niet loslaten. Dat zijn in ieder geval ook feiten. Welke duiding je daar politiek aan geeft, is uiteraard aan eenieder, maar het zal duidelijk zijn welke duiding ik daaraan geef.

Mevrouw Van Toorenburg i (CDA):

Het is inderdaad de duiding waar ook ik op aansla. Ik vind het nogal grote woorden om te zeggen dat dit kabinet en deze minister de internationale rechtsorde ondermijnen, terwijl juist op het moment dat deze verschrikkingen aan de orde waren, deze minister niet ging praten met relschoppers bij onze universiteiten, deze minister niet een Palestijnse sjaal omdeed, maar naar de regio ging om ervoor te zorgen dat juist dat verschrikkelijke bloedvergieten zou stoppen. Kan de SP ook dat erkennen?

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ik had het mooi gevonden als de minister wel een Palestijnse sjaal had omgedaan, maar dat terzijde. Over die relschoppers: daar ga ik niet op in. Ik ben zelf aanwezig geweest bij twee demonstraties tegen het beleid van de universiteit als het gaat om de banden met Israël. Die demonstraties waren allemaal vreedzaam. Uiteraard waardeer ik het dat deze minister zich achter de schermen heeft proberen in te spannen voor de-escalatie en mogelijk ook heeft geprobeerd om Israël ervan te weerhouden verdere acties in Rafah uit te voeren. We moeten alleen constateren dat deze opstelling van de Nederlandse regering tot nog toe weinig vruchten heeft afgeworpen en weinig productief is, dat deze regering consequent — ik zal dat later in mijn spreektekst ook nog benadrukken — heeft geweigerd Israëls oorlogsmisdaden te veroordelen, eerder heeft geweigerd om resoluties te steunen die opriepen tot een staakt-het-vuren en heeft gezegd: wij gaan wel achter de schermen proberen druk uit te oefenen om ervoor te zorgen dat Israël zich aan bepaalde regels houdt. Maar Israël trekt zich daar tot nog toe niets van aan en is gewoon doorgegaan met deze verschrikkelijke oorlog en is ook doorgegaan met acties in Rafah, heeft vluchtelingenkampen aangevallen. We kennen allemaal die beelden en we weten ook wat er gebeurd is. De minister heeft zelf gezegd dat ze wat er in Rafah is gebeurd ook weerzinwekkend vond. Heel goed, zeg ik hier ook alvast maar. Vervolgens gaat het er wel om welke consequenties je eraan verbindt en hoe je maximaal de druk op Israël opvoert. Ik zie dat van de kant van dit kabinet niet gebeuren en vind — dat zijn grote woorden, maar ik vind dat het wel degelijk te onderbouwen is; ik ben niet de enige met deze kritiek — dat dit kabinet met twee maten meet als het gaat om Israël en Gaza en Palestina enerzijds en bijvoorbeeld Rusland en Oekraïne anderzijds.

De voorzitter:

Ik zie een vervolginterruptie van mevrouw Van Toorenburg. Gaat uw gang.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik denk dat deze woordvoerder zelf heel erg achter de schermen heeft gestaan als hij nog durft te zeggen dat het vreedzame demonstraties waren. Het waren verschrikkelijk vernielzuchtige demonstraties, waarbij tot op de dag van vandaag mensen met gezichtsbedekking het idee hebben dat ze met de burgemeester van Amsterdam in gesprek kunnen gaan. Ik kan ook wel toevoegen dat deze minister mij echt niet nodig heeft om haar te verdedigen. Er is niemand die dat zo goed kan als zijzelf, maar ik vind het wel belangrijk om hier in dit huis deze woordvoerder te vertellen dat ik het echt schaamteloos vind om te zeggen dat deze minister de internationale rechtsorde heeft ondermijnd. Dan heeft hij echt oogkleppen op gehad. Het is niet alleen achter de schermen waar deze minister bezig is geweest. Het is inderdaad heel erg jammer dat een minikikkerlandje als Nederland niet deze dramatische oorlogen heeft kunnen stoppen, maar zeggen dat het een ondermijning is van de internationale rechtsorde, vind ik echt een heel zorgelijke uitspraak.

De voorzitter:

Daar nemen we kennis van. Dan geef ik het woord weer aan de heer Van Apeldoorn van de SP. O, ik zie nog een interruptie van de heer Marquart Scholtz van de fractie van BBB.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Mag ik hier nog op reageren, voorzitter?

De voorzitter:

Ik had inderdaad het woord gegeven aan de heer Van Apeldoorn, dus die ga ik eerst de kans geven om te reageren en dan komt de heer Marquart Scholtz aan de beurt.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ja, kort. In de eerste plaats neem ik afstand van wat mevrouw Van Toorenburg van de CDA-fractie zegt over de studentenprotesten. Ja, daar zijn ook dingen gebeurd — ik was daar niet bij — waar ik afstand van neem. Er is enkele keren sprake geweest van vandalisme. Nogmaals, ik ben bij twee demonstraties geweest. Ik ben bij een walk-out geweest op het Roeterseiland van de UvA en ik ben bij een teach-in en een sit-in geweest op mijn eigen universiteit. Beide keren was het vreedzaam. Op de Vrije Universiteit was er later ook nog een encampment. Op het moment dat er een brief kwam van gemeente dat er een einde moest komen aan dat kampement, zijn de studenten vrijwillig vertrokken zonder inzet van de ME.

Verder is het duidelijk dat mevrouw Van Toorenburg en ik van mening verschillen over hoe je de internationale rechtsorde bevordert. De internationale rechtsorde bevorder je wat mij betreft door ook internationaal Vrouwe Justitia blind te laten zijn en niet door in het ene geval te veroordelen en in het andere geval een oog dicht te knijpen. Dat is wel degelijk wat hier gebeurd is. Mevrouw Van Toorenburg kan dat een schande vinden, maar dat is een mening die bijvoorbeeld door alle mensenrechtenorganisaties, Amnesty International, Human Rights Watch en vele andere, gedeeld wordt en ook onderbouwd wordt aan de hand van de feiten.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik wil iedereen wel even oproepen om binnen de scope van het debat te blijven. Het gaat over de begroting Buitenlandse Zaken. Laten we niet een openbare-ordedebat voeren rond demonstraties. Daar is een andere gelegenheid voor. Ik zie nog een interruptie van de heer Marquart Scholtz van de fractie van BBB, die ik zoals beloofd het woord geef.

De heer Marquart Scholtz i (BBB):

Ik hoor hier de spreker refereren aan de walk-out. Het schijnt altijd in het Engels te moeten aan onze universiteiten. Hij berichtte er op 14 mei ook al met gepaste trots over dat hij de dag daarvoor in Amsterdam was geweest en daaraan had meegedaan. En zowaar, vorige week dinsdag publiceerde de Volkskrant een foto waarop te zien is dat spreker in een soort bikersoutfit een stel gemaskerde studenten toespreekt. Dus aardig dat dat nog even ter sprake kon komen. Maar goed, mijn vraag is de volgende. Spreker heeft het steeds over de oorlog van Israël tegen Gaza. Weet spreker dat Hamas oorlog voerde tegen de bevolking van Gaza? Hamas kent een doodscultuur en hoe meer Gazanen er doodgaan, hoe meer de publieke opinie in het Westen op zijn beentjes trilt en bang is om Israël te steunen. Hamas is de schuldige in deze zaak. Wil spreker dat erkennen?

De heer Van Apeldoorn (SP):

In de eerste plaats zal ik verder niet ingaan op de opmerking over mijn outfit en mijn kleding op de foto in de Volkskrant; het was gewoon een jas die ik wel vaker draag. Ja, het is echt te absurd voor woorden. Ik wil hier toch even gezegd hebben dat het een vreedzame teach-in en sit-in was. Het was geen bezetting. Er was ook geen politie. Er zaten een aantal studenten en medewerkers op de grond en die luisterden naar docenten, die iets zeiden over de situatie in Gaza en over de rechten van Palestijnen. Dat is wat er gebeurd was. Welke kleding ik daarbij droeg, lijkt me verder irrelevant.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Nee, want de heer Marquart Scholtz stelde nog een andere vraag. Ik ga de rol van Hamas in Gaza op geen enkele manier verdedigen. Ik heb het daar nu niet over. Ik heb later nog wel iets te zeggen over Hamas, maar dat Hamas zich ook schuldig heeft gemaakt aan oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, staat voor mij eigenlijk wel vast als het gaat om de aanslagen van 7 oktober. Dat Hamas een bewind voert in Gaza waar ook van alles mis mee is, staat voor mij ook wel vast. Dat doet niets af aan de feiten. De feiten zijn onder andere 57 jaar bezetting, een blokkade van Gaza sinds 2007, een volledige blokkade sinds 7 oktober en — ik zeg het nogmaals — een oorlog tegen Gaza en tegen de Palestijnen in Gaza die, volgens het Internationaal Gerechtshof, mogelijk een genocide is. Dat het een genocide is, is in ieder geval volgens het Internationaal Gerechtshof plausibel. Ik denk dat het een genocide is of een genocidale oorlog. Daar spreek ik de minister op aan. Ik spreek haar aan op het feit dat ze dat niet veroordeelt, of in ieder geval überhaupt niet wil spreken van oorlogsmisdaden, omdat ze vindt dat er eerst nog verder onderzoek gedaan moet worden. Daarmee wordt Israël politiek gezien feitelijk de hand boven het hoofd gehouden. Dat vind ik zeer kwalijk.

De voorzitter:

Dan zie ik een vervolginterruptie van de heer Marquart Scholtz.

De heer Marquart Scholtz (BBB):

Je kon erop wachten: het woord "genocide". De spreker denkt dat Israël genocide pleegt. Laten we even vaststellen dat op 26 januari het ICJ alleen Zuid-Afrika heeft toegelaten en in zijn aanklacht van mogelijke genocide ontvankelijk heeft verklaard, maar dat het Hof niet Israël heeft veroordeeld ter zake van genocide. Geen enkel gerechtshof, geen enkele rechtbank ter wereld heeft Israël veroordeeld ter zake van genocide. Als je dus spreekt over genocide zijdens Israël, sluit je je aan bij het narratief van Hamas. Dat vind ik buitengewoon kwalijk.

Het tweede is dat ik spreker heb horen zeggen — en daar wil ik een vraag over stellen — dat Hamas op 7 oktober een aanval heeft gepleegd. Ja, dat klopt. Spreker zei dat Hamas een naar bewind voert in Gaza. Ja, dat klopt. Maar ik heb spreker er niet over gehoord dat Hamas zich bewust verbergt tussen de bevolking in Gaza, waardoor Israël gedwongen is om af en toe ... Ja, dan gaat er iets mis. Ja, dat klopt, maar Hamas is de veroorzaker daarvan met de bedoeling om het Westen te beïnvloeden. Ik vraag me af wat spreker daarvan zegt.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ik neem er krachtig afstand van dat ik hier het narratief van Hamas naar voren zou brengen. Daar neem ik krachtig afstand van. Ik verwijs naar de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof, dat heeft gesteld dat de aanklacht van Zuid-Afrika dat Israël het Genocideverdrag — daar is Nederland ook partij van — schendt, dusdanig plausibel is dat het Internationaal Gerechtshof het nodig vond om zogenaamde tijdelijke maatregelen op te leggen aan Israël. Het roept Israël op — "het draagt Israël op", moet ik zeggen — alles te doen om te voorkomen dat er een genocide plaatsvindt. Dat is wat er gebeurt. Vervolgens heeft het Internationaal Gerechtshof gesteld dat er nader onderzoek moet komen. Dat wordt een langdurig proces om uiteindelijk juridisch vast te stellen of er al dan niet genocide heeft plaatsgevonden. Ik denk dat de beelden en de feiten eigenlijk voor zich spreken. Laten we in ieder geval zeggen dat het Internationaal Gerechtshof heeft vastgesteld dat genocide plausibel is. Als Hamas zich schuilhoudt tussen de burgerbevolking en mensen als menselijk schild gebruikt, is dat ook een schending van het oorlogsrecht, zeker. Zeker, daar verschillen wij niet van mening over. De vraag is alleen of dat genoeg rechtvaardiging biedt voor Israël om de oorlog te voeren die ze voeren. De IRA, het Iers Republikeins Leger, hield zich mogelijk ook schuil in de wijken van Belfast. Stel dat het Verenigd Koninkrijk had besloten tot het massaal bombarderen van Belfast, omdat er werd gezegd: de IRA zit daar tussen de burgerbevolking. Het gaat erom of deze acties op enige wijze legitiem en proportioneel zijn. Dat zijn ze wat mij betreft niet.

De voorzitter:

Kunt u uw betoog vervolgen?

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ja, voorzitter, dat kan ik.

Maar dan Israëls oorlog tegen Gaza. Volgens Oxfam is het het meest dodelijke conflict van de eenentwintigste eeuw, met het hoogste aantal dodelijke slachtoffers per dag. De teller staat inmiddels op rond de 38.000 doden, waarvan meer dan 15.000 kinderen. Israël heeft dus meer dan 15.000 Palestijnse kinderen gedood. Zoals de VN-secretaris-generaal Guterres al zeven maanden geleden zei: Gaza verwordt tot een kerkhof voor kinderen. Sinds die uitspraak van de VN-baas breidt dat kinderkerkhof zich helaas elke dag verder uit. Intussen hebben de nog in leven zijnde Palestijnen in Gaza feitelijk geen land meer om in te wonen. 60% van de huizen is vernietigd of beschadigd, net als 88% van de scholen en 267 gebedshuizen. Hele universiteitsgebouwen zijn opgeblazen door het Israëlische leger. Slechts 16 van de 35 ziekenhuizen zijn nog gedeeltelijk in bedrijf. De rest is kapotgeschoten en buiten bedrijf gesteld door aanvallen van het Israëlische leger. Waar wij getuige van zijn, is niets minder dan de vernietiging van Gaza. Een land is verwoest. Levens zijn verwoest voor altijd. Intussen dreigt er een grootschalige hongersnood en lopen daarmee volgens de VN al halverwege de komende maand de levens van een miljoen mensen gevaar. Een miljoen mensen dreigen letterlijk om te komen van de honger omdat Israël vasthoudt aan zijn misdadige blokkade van Gaza en, ook volgens de aanklager van het Internationaal Strafhof, honger bewust inzet als wapen. Een miljoen mensen! Welke inspanningen levert de minister om te proberen deze complete catastrofe en ongekende misdaad te voorkomen?

De voorzitter:

Ik zie een interruptie van de heer Marquart Scholtz van BBB. Graag kort.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Mijn klok loopt nog door, voorzitter. Dat is minder.

De heer Marquart Scholtz (BBB):

Ik heb eerlijk gezegd — en ik denk vele anderen ook — nu genoeg anti-Israëlverhalen gehoord van de zijde van de spreker. Ik wilde hem eens vragen met welk begrotingsartikel dit hele verhaal tegen Israël verband houdt.

De heer Van Apeldoorn (SP):

We hebben het hier over de begroting van Buitenlandse Zaken. Dan is het heel gebruikelijk om het ook te hebben over het buitenlandbeleid dat gevoerd wordt door dit kabinet. Dat is in de Tweede Kamer zo en dat is in de Eerste Kamer niet anders. Ik wil ook nog wel even gezegd hebben dat ik krachtig afstand neem van wat de collega zegt, namelijk dat ik anti-Israël zou zijn. Ik ben niet anti-Israël. Ik ben, zo u wilt, ook niet pro-Palestijns. Ik ben pro-internationaal recht en pro-mensenrechten.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

De heer Van Apeldoorn (SP):

De oorlog in Gaza was een reactie op de verschrikkelijke aanslagen van Hamas: ook een misdaad tegen de menselijkheid volgens de aanklager van het Internationaal Strafhof. Maar oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid kunnen en mogen nooit nieuwe soortgelijke misdaden rechtvaardigen. Is de minister dat met mij eens, zo vraag ik haar. Wat voor Hamas geldt — hun misdaden zijn ook absoluut niet te rechtvaardigen door 57 jaar bezetting — geldt evenzeer voor Israël. Wie dat wel erkent, in tegenstelling tot de minister en deze regering tot nog toe, is de aanklager van het Internationaal Strafhof, die niet alleen de leiders van Hamas, maar ook de Israëlische minister-president Netanyahu en Defensieminister Gallant wil laten arresteren voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.

Netanhayu, niet lang geleden door de minister-president nog een vriend genoemd, en zijn Defensieminister worden onder andere beschuldigd van "uithongering als oorlogswapen, het moedwillig toebrengen van ernstig leed, het moedwillig doden of moord als oorlogsmisdaad, uitroeiing en/of moord, inclusief dood door verhongering, als misdaad tegen de menselijkheid". Wat vindt de minister hier nu eigenlijk werkelijk van? Klopt mijn indruk dat het kabinet hier nog geen enkele politieke en diplomatieke consequenties aan verbonden heeft? Het is toch onbestaanbaar dat na deze aanvraag tot arrestatie het business as usual blijft? Wat weet de minister van de Israëlische intimidatiecampagne die al lang gaande is richting medewerkers van het Strafhof? Wanneer komt hier de onderste steen boven?

Zoals gezegd blijft dit kabinet op ongekende schaal met twee maten meten. Waar ook deze minister zich keer op keer heeft ingezet voor vervolging van Russische oorlogsmisdaden — nogmaals, dat is heel terecht — heeft zij tot op heden niet willen weten van oorlogsmisdaden of andere grove schendingen van het internationale recht door Israël. Het standpunt van deze minister en dit kabinet is steeds geweest dat we nog niet genoeg informatie hebben om te kunnen spreken van oorlogsmisdaden. Wil zij dit absurde standpunt werkelijk volhouden tot haar laatste dag in functie? Of wil zij nu ook richting de nieuwe coalitie, die het mogelijk nog minder nauw neemt met de internationale rechtsorde, tóch een daad stellen en een einde maken aan deze dubbele moraal, die de door het kabinet in woorden gekoesterde internationale rechtsorde in het hart dreigt te treffen? Of wil zij werkelijk volhouden dat er bijvoorbeeld geen oorlogsrecht is geschonden bij de recente bevrijdingsacties in het vluchtelingenkamp Nuseirat, waarbij vele tientallen burgers zijn omgekomen voor de bevrijding van vier gijzelaars, die mogelijk ook zonder enig geweld vrij hadden kunnen komen als het tot een deal van Israël met Hamas was gekomen? Wil zij werkelijk volhouden dat Israëls acties in Rafah op geen enkele manier het oorlogsrecht schenden, ook niet na de tientallen doden bij de aanval op het tentenkamp op 26 mei, nota bene twee dagen nadat het Internationale Gerechtshof Israël had opgedragen alle militaire acties in Rafah te beëindigen?

De rode lijn die dit kabinet, zoals altijd hondstrouw de VS volgend, net als Biden ten aanzien van Rafah had getrokken, oftewel de gamechanger van de minister-president, blijkt net als in het geval van Biden een fata morgana te zijn, of niet meer dan een dunne krijtstreep die allang weer is uitgewist. Of gaat het kabinet in zijn nadagen toch nog met iets komen en internationaal maximaal druk uitoefenen op Israël om zich te houden aan de uitspraken van het Internationale Gerechtshof? Al op 26 januari heeft het Hof in de door Zuid-Afrika aangespannen zaak vastgesteld — ik zei het net al — dat het plausibel is dat er genocide plaatsvindt of dreigt plaats te vinden in Gaza, en Israël opgedragen om "alle maatregelen te treffen binnen zijn vermogen om genocide te voorkomen". Doet Israël dat, zo vraag ik de minister. Voert Israël deze uitspraak uit? In ieder geval niet volgens het Internationale Gerechtshof zelf. Neemt de minister de uitspraak van het Hof nu wel of niet serieus?

Voorzitter. Het wordt niet alleen tijd dat wij Israël veroordelen voor schendingen van het internationale recht maar ook dat wij sancties opleggen. De minister lijkt daar heel voorzichtig voor open te staan als het gaat om het aanhoudende kolonistengeweld met steun van het Israëlische bezettingsleger op de Westelijke Jordaanoever, waar ook al meer dan 500 doden zijn gevallen. Maar dat gaat natuurlijk lang niet ver genoeg, want wat de SP-fractie betreft hadden die sancties er allang moeten zijn, ook vóór 7 oktober al, na 57 jaar bezetting en apartheid. Natuurlijk moeten we intussen ook werken aan een duurzame vrede, volgend op het staakt-het-vuren, wanneer dat eindelijk komt.

Hoe staat het nu met de uitvoering van de laatste door de VS ingediende VN-veiligheidsresolutie, vraag ik de minister. Er wordt gesuggereerd dat het wachten is op Hamas, maar het klopt toch dat in werkelijkheid de Israëlische regering zich nog steeds niet achter dit voorstel heeft geschaard en gewoon doorgaat met het doodbombarderen van Palestijnen? Als het dan eindelijk tot een staakt-het-vuren komt, gaat Nederland dan ook massaal inzetten op de humanitaire hulp die zo ontzettend hard nodig is, en dan vooral via UNRWA, de enige organisatie die daar op die schaal toe in staat is?

Dan het perspectief voor als de bommen eenmaal niet meer vallen. Wat doet Nederland nu werkelijk om de tweestatenoplossing dichterbij te brengen, of is ook dit een fata morgana? Nederland volgt in ieder geval niet het goede voorbeeld van Spanje, Ierland, Slovenië en Noorwegen, die onlangs zijn overgegaan tot erkenning van de Palestijnse staat.

Voorzitter. Ik denk dat de minister het eigenlijk wel met mij eens is dat het internationale recht ons kompas dient te zijn. Maar als het gaat om Israël gelden er kennelijk andere belangen of zijn er andere redenen waarom deze regering toch blijft wegkijken. Dat is wat mijn fractie betreft een niet uit te wissen schande. Ik hoop toch nog op een slotakkoord van deze minister die mij in staat stelt om dat harde oordeel bij te stellen. Ik hoop het echt. De minister zal zelf toch moeten inzien dat wegkijken bij een waarschijnlijke genocide niet alleen moreel volstrekt verwerpelijk is, maar dat het meten met twee maten juist ook onze eigen belangen schaadt? Hoe denkt zij bijvoorbeeld dat het inmiddels gesteld is met de geloofwaardigheid van ons land, juist als het gaat om onze mooie woorden over de internationale rechtsorde, bijvoorbeeld in het ook door haar steeds belangrijker geachte mondiale Zuiden?

De voorzitter:

Ik zie een interruptie van mevrouw Van Toorenburg van het CDA en ik merk ook op dat de spreektijd van de heer Van Apeldoorn toch ook op z'n ...

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ik heb nog één zin, voorzitter.

De voorzitter:

Oké, dank u wel. Mevrouw Van Toorenburg, gaat uw gang.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik kom toch nog even terug op wat ik eerder zei, want ik vind het ook nogal wat ... Ik vind dat wij in dit huis sommige dingen gewoon terug moeten duwen. Het kan niet zijn dat iemand hier zonder meer zegt "wegkijken bij een mogelijke genocide". Als er iemand bezig is om alle partijen aan tafel te krijgen om ervoor te zorgen dat de ellende stopt, is het deze regering. Dan vraag ik mij af of de SP überhaupt weet wat voor een inzet er gepleegd is om ervoor te zorgen dat er onderzoek wordt gedaan naar die mogelijke genocide. Is dat de SP misschien niet opgevallen: de extra budgetten voor het Internationale Hof? Ik vraag me af of dat allemaal ook op het netvlies is of dat hij het allemaal heeft gemist, omdat hij zelf zo achter de schermen is gebleven.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ik constateer dat al die pogingen van de regering weinig effect hebben gehad op de Israëlische regering. Dat is één. Ik constateer ook dat ik de minister in deze regering weinig heb gehoord over de uitspraken die gedaan zijn door het Internationale Gerechtshof. Ik heb de minister uiteindelijk horen zeggen over de uitspraken van het Internationaal Strafhof: die zullen wij respecteren. Uiteraard, zou ik zeggen. Gelukkig.

Dat is iets anders dan wat er in het geval van Rusland is gebeurd. Toen is er, bijvoorbeeld door de minister-president, al voordat er enige uitspraak was gedaan door enig internationaal gerechtshof of strafhof, gezegd: hier is zeer waarschijnlijk sprake van — of gewoon: hier ís sprake van — oorlogsmisdaden en die oorlogsmisdaden moeten vervolgd worden. Je kunt het zo nalezen op de website van het ministerie van Buitenlandse Zaken en in allerlei regeringsstukken: we moeten voorkomen dat er sprake is van straffeloosheid, Nederland zet zich in om de straffeloosheid van Rusland te voorkomen. Dat is het beleid. Dat is beleid dat de SP-fractie van harte ondersteunt. Ik zie niet een dergelijk beleid ten aanzien van Israël. Ik zie geen pogingen om te voorkomen dat er straffeloosheid is van de kant van Israël. Dat is gewoon niet het geval. De minister kan straks voor zichzelf spreken, maar volgens mij heeft de minister tot op heden nog niet willen spreken van oorlogsmisdaden van de kant van Israël, noch heeft ze die willen veroordelen. Ik denk dat als je druk wilt uitoefenen op Israël, je in de eerste plaats die realiteit onder ogen zult moeten zien. Dan is het niet een kwestie van alle partijen aan tafel brengen. We zeggen ook niet ten aanzien van Rusland: we moeten alle partijen aan tafel brengen en dan komt het goed. Nee, dan moet je eerst die schendingen van het internationaal recht, van humanitair recht, van oorlogsrecht en van mogelijk ook het verdrag tegen genocide vaststellen. Daar moet je Israël op aanspreken. Zoals ik eerder bepleitte, zouden er dan ook sancties moeten komen richting Israël.

De voorzitter:

Mevrouw Van Toorenburg met een vervolginterruptie.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Rechtsstatelijk rammelt dit buitengewoon. Wat er is gebeurd: er is een verzoek gedaan bij het Strafhof om deze uitspraak te doen. Nederland draagt eraan bij om ervoor te zorgen dat er onderzoek kan worden gedaan en dat het réchterlijk oordeel zal kunnen worden geveld. Daarover hoor ik de SP vervolgens zeggen: dat had eigenlijk al geveld moeten zijn, dus why die internationale rechtsorde? Eigenlijk zegt de SP hier zelf al: de minister heeft niet weggekeken, we kunnen het alleen oneens zijn over het uiteindelijk bereikte doel.

De voorzitter:

En uw vraag is?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter, soms heb ik gewoon even geen vragen meer.

De voorzitter:

Oké, dank u wel. Meneer Van Apeldoorn, uw laatste zinnen.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Mevrouw Van Toorenburg en ik zullen het niet eens worden. Ik verwijs nogmaals naar de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof en het Strafhof en van de aanklager. Laat dus dat internationaal recht weer ons ware kompas worden. Ik hoop dat de minister met mij het nieuwe kabinet hier ook toe wil oproepen. Intussen zie ik uit naar haar beantwoording, maar niet voordat ik mogelijk nog een laatste interruptie heb gekregen. Dat laat ik even aan de voorzitter.

De voorzitter:

Inderdaad. Er is nog een interruptie van de heer Marquart Scholtz van BBB. Gaat uw gang.

De heer Marquart Scholtz (BBB):

Ik hoor spreker weer refereren aan Rusland en Israël. Daar heb ik een vraag over. Dat heeft hij ook in een ingezonden stuk in de Volkskrant gedaan: Rusland en Israël. Dat is geen juiste gelijkstelling. Rusland was niet aangevallen door Oekraïne toen het een agressieoorlog tegen Oekraïne begon. Israël is aangevallen door Hamas — een tweede holocaust, kun je zeggen — op 7 oktober, heeft vervolgens maatregelen genomen en is Hamas aan het bestrijden en, naar ik hoop, ook aan het vernietigen. Die gelijkstelling van de maatregelen die Nederland en andere landen hebben genomen tegen Rusland en Israël, is niet gelijkwaardig.

De voorzitter:

En uw vraag is?

De heer Marquart Scholtz (BBB):

Of spreker dat met mij eens is.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ik heb geen ingezonden stuk in de Volkskrant gehad, dus ik weet niet waar de heer Marquart Scholtz naar verwijst. Ik stel Rusland en Israël ook zeker niet gelijk. Er is in het geval van Rusland sprake van een invasie van Oekraïne, van een illegale aanvalsoorlog en van een veroveringsoorlog. Ik stel inderdaad wel dat er aan de andere kant verschillen zijn. Rusland houdt delen van Oekraïne al sinds 2014 bezet en grotere delen sinds 2022. Israël houdt Palestina al 57 jaar bezet volgens het internationale recht. Dat staat gewoon vast. Ik verwijs naar de VN-Veiligheidsresolutie 242, uit mijn hoofd. Kort na de Zesdaagse Oorlog is gesteld dat de gebieden die toen bezet zijn, de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en de Golanhoogten, illegaal bezet waren. Israël is opgedragen om een einde te maken aan die bezetting en zijn troepen terug te trekken. Dat is tot op heden nog niet gebeurd. In het geval van Israël en Palestina is er dus sprake van een veel langere bezetting, waarbij het geweld richting de Palestijnen natuurlijk een nog langere geschiedenis heeft. Dan gaan we terug tot de ontstaansgeschiedenis van Israël en de Nakba van 1948, dus ...

De voorzitter:

We kunnen heel lang teruggaan, maar we hebben niet oneindig spreektijd hier, meneer Van Apeldoorn.

De heer Van Apeldoorn (SP):

... Er zijn inderdaad grote verschillen tussen Israël en Rusland als het gaat om de geschiedenis.

De voorzitter:

Ik dank de heer Van Apeldoorn voor zijn bijdrage. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Karimi van GroenLinks-PvdA. Gaat uw gang.