Plenair Van Toorenburg bij behandeling Aanscherping openbareordebeleid voor criminele vreemdelingen



Verslag van de vergadering van 9 juli 2024 (2023/2024 nr. 38)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.25 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Van Toorenburg i (CDA):

Voorzitter, dank u wel. Ik hoop maar dat de buitenwereld niet heeft gedacht: nou zal die senaat wel helemaal losgaan. Natuurlijk, minister Faber heeft in de afgelopen jaren ook in dit huis met enige regelmaat op de trom geroffeld over vluchtelingen, gelukzoekers, zodat zij vandaag best mag uitleggen hoe zij de oorlog denkt te winnen met het voorliggende wetsvoorstel. Een voorstel dat geen deuk in een pakje boter slaat, maar iets is beter dan niets, zo valt de recente inbreng van de PVV in de Tweede Kamer samen te vatten. Maar, voorzitter, een circus zoals in de Tweede Kamer vorige week past ons niet. Politiek is geen spel van pesten op een schoolplein, van jij-bakken en van continu de confrontatie zoeken. Wij zijn in onze verantwoordelijke rollen beëdigd om problemen op te lossen, perspectief te zoeken en dingen te realiseren. Dan kun je en dan moet je ook zorgen uiten over mensen die aan de knoppen zijn gezet, maar als dat is gezegd, kiezen wij er als CDA voor om de voorstellen die naar ons toe komen te beoordelen op hun inhoud en effect, met in deze Kamer een specifiek oog voor de rechtmatigheid, de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid. En ja, wij zullen extra op onze hoede zijn. Onze rechtsstaat is ons te dierbaar om ondergraven te worden.

Kijken we dan naar het voorliggende wetsvoorstel, dan oogt dat logisch en te rechtvaardigen. Want waarom zou alleen iemand die een ernstig drugsdelict heeft begaan, niet langer de bescherming krijgen? Als CDA vinden we drugsdelicten inderdaad delicten van de ergste soort, maar er zijn veel meer vreselijke misdrijven. Nu we bij herhaling die glijdende schaal hebben geaard, is het gepast om alle daders van ernstige misdrijven langs die lat te leggen indien een verblijf voor onbepaalde tijd wordt gevraagd.

Voorzitter. We moeten voorliggend wetsvoorstel wel op zijn merites beoordelen. Misdadigers krijgen straks een individuele toets wanneer zij vragen om verblijf voor onbepaalde tijd, met een drempelwaarde, de weging van het recht op privéleven, dus ook de weging van bijvoorbeeld het recht op gezinsleven, en de proportionaliteitstoets. Maar laten we even heel gericht kijken naar het doel dat we met deze wet willen bereiken. Dat is eigenlijk heel simpel: weg met lieden die onze samenleving in ernstige mate bedreigen. Is dat met de afwijzing van een vergunning voor onbepaalde tijd wel bereikt? Is iemand dan ook echt meteen vertrokken? Want daar gaat het eigenlijk om. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat het afwijzen van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd daadwerkelijk leidt tot vertrek uit Nederland? Veel van mijn voorgangers van vandaag hebben dat ook al gevraagd. De voorganger van de minister op Justitie en Veiligheid blies altijd hoog van de toren over terrorisme en terroristen die moeten worden verwijderd, maar we zien dat bijna al die terroristen nog gewoon in Nederland rondlopen. Kortom, hoe bevorderen we de veiligheid, meer dan alleen op papier? Dat is een vraag naar de uitvoerbaarheid, de werkelijke uitvoerbaarheid en de facto ook handhaafbaarheid van voorliggend voorstel.

Om de samenleving veilig te houden is voor een aantal delicten levenslang toezicht ingesteld, om te voorkomen dat een dader opnieuw slachtoffers maakt. Met het afwijzen van hun recht om langer in Nederland te mogen blijven, verliezen we ook het zicht op daders van de meest vreselijke misdrijven. Hoe zorgen we ervoor dat daders niet elders ongebreideld hun gang kunnen gaan? Natuurlijk zijn we daders van bijvoorbeeld ernstige zedendelicten liever kwijt dan rijk, maar laten we gewoon eerlijk zijn: we hechten eraan om íéder slachtoffer te voorkomen, niet alleen de Nederlandse. Informatiedeling met andere landen is niet onze sterkste kant, zo is aangetoond. Graag een reflectie van de minister op dit punt. Hoe zorgen we ervoor dat ook andere landen, als iemand is uitgezet, zicht krijgen op de persoon die hier vertrekt?

De heer Koffeman i (PvdD):

Ik zou graag een verhelderende vraag aan collega Van Toorenburg stellen. Ook wij hebben zorgen over daders die uitgezet worden naar andere landen, maar kunt u aangeven of u gerust bent op het feit dat daders van zware criminaliteit of tbs-gestelden in Nederland van de radar verdwijnen?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Niet om stoer te doen, maar dit is precies de reden waarom ik destijds een amendement heb ingediend, dat ook in onze wet is gekomen, om de gevaarlijkste misdadigers voortaan levenslang te kunnen volgen. Dat was precies vanwege het punt dat u nu maakt. Wij willen altijd zicht houden op iemand. Daar hebben we heel hard voor gestreden en dat is gelukt. Daarom ben ik er nu een beetje kritisch op, want dat hebben we niet voor niets gedaan. Je wilt iemand altijd in de gaten kunnen houden. Als wij iemand nu ergens anders naartoe sturen, hoe zorgen we er dan voor dat men die persoon ook daar in de gaten kan houden? Dat is de vraag die ik nu stel aan deze minister.

De heer Koffeman (PvdD):

Ik begrijp dat, maar de vraag is of mensen in Nederland van de radar kunnen verdwijnen, tussen wal en schip kunnen verdwijnen, en dus buiten het toezicht komen, wat niet door deze wet wordt opgelost.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ja, dat kan altijd gebeuren, maar daarom hebben we juist die wet gemaakt om levenslang toezicht mogelijk te maken. Dat toezicht is mogelijk op iedereen, ook op mensen die niet de Nederlandse nationaliteit hebben. De reclassering gaat echt niet in iemands paspoort kijken met het idee: o, er staat in zijn paspoort niet dat hij Nederlander is, dus we kijken de andere kant op. Zo werkt het niet. Een rechter kan op het moment dat een straf wordt opgelegd levenslang toezicht opleggen, waarbij het helemaal niet uitmaakt of iemand de Nederlandse nationaliteit heeft of niet.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Koffeman.

De heer Koffeman (PvdD):

Ja, tot slot. Dat is helder, maar in dit geval gaat het om mensen die uitgezet worden en die uitzettingen mislukken in heel veel gevallen, zo blijkt uit onderzoek. Zou deze wet dus niet hebben moeten regelen dat die mislukking geen integraal onderdeel is van het uitzettingsbeleid?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Jazeker, maar de voorzitter zou mij op de vingers tikken wanneer ik het debat ga voeren over wanneer we mensen uitzetten, want daarover gaat het voorliggende wetsvoorstel niet.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

In de memorie van toelichting valt te lezen dat "door deze wetswijziging het in meer gevallen dan thans mogelijk wordt afwijkend te beslissen op een aanvraag om een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd. Het afdoen van dit naar verwachting beperkte aantal zaken behoort tot de uitvoeringspraktijk van de IND." Het klinkt allemaal aannemelijk, maar er is natuurlijk wel wat gebeurd sinds de memorie van toelichting is geschreven. De IND blijkt zo erg overbelast dat aanvragen niet meer binnen de geldende termijnen kunnen worden afgedaan. Daardoor zijn er ook allerlei voorstellen om die termijnen te verlengen. De vraag is dus wel of de IND, ook al is het een gering aantal, dit wel aankan. Graag een reflectie van deze minister, want het zijn geen eenvoudige kwesties.

Ik rond af. Het voorliggende wetsvoorstel past in de denklijn van het CDA om aan de ene kant reguliere migratie en andere migratie in goede banen te leiden en daarnaast bescherming te bieden aan mensen die hiernaartoe komen op de vlucht voor oorlog en geweld, en aan de andere kant weer te kunnen optreden tegen ongenode gasten die Nederland onveilig maken. Maar the proof of the pudding is in the eating. Het is dus verstandig dat er een evaluatiebepaling in is geamendeerd. Het CDA wil van deze minister de toezegging dat de punten die wij vandaag hebben aangebracht, worden meegenomen in die evaluatie. Meer specifiek: valt er iets te zeggen over de werking van het levenslange toezicht? Zijn de mensen van wie de aanvraag is afgewezen ook daadwerkelijk verdwenen van ons grondgebied? Wellicht kunnen die punten zelfs specifiek worden gemonitord. Graag een reactie van de minister.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Toorenburg. Dan is het woord aan de heer Janssen namens de SP.