T03517

Toezegging Bekendmaking analyse maatregelen koopkracht 2024 (36.200)



De staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Karimi (GroenLinks), toe dat voor 1 april 2023 een analyse bekend wordt gemaakt naar mogelijke instrumenten en maatregelen voor 2024 met betrekking tot de koopkracht.


Kerngegevens

Nummer T03517
Status voldaan
Datum toezegging 22 november 2022
Deadline 1 juli 2024
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst
Kamerleden F. Karimi (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen energietransitie
gasvulling
inflatie
koopkracht
maatregelen
motie
Kamerstukken Miljoenennota 2023 (36.200)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 9, item 10 - blz. 32-33

Minister Kaag:

(…)

“Dan de maatregelen in 2024. Dat is eigenlijk al om de hoek. De winter van 2024 hangt ten dele af van de gasvulling, de energietransitie en wat we kunnen doen aan energiebesparing. Dat gaat gelukkig beter dan we hadden durven hopen. Er werd gedacht aan een prikkel van 10% tot 15%. Dat blijkt 30% te zijn. Wat we daaraan kunnen doen, gaat over de hele breedte. Ik kan nu niet specifiek zeggen dat we dit of dat gaan doen, maar ik begrijp uw gedachten en lijn heel erg goed. Wij moeten ook snel helderheid kunnen geven, maar dat kunnen we nu niet. In november lukt dat gewoon nog niet. Het kabinet zal daar natuurlijk wel tijdig met de Staten-Generaal over willen spreken.”

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

“Ik waardeerde het antwoord van de minister zeer, namelijk: achteraf gezien hadden we misschien toch sneller in Brussel ons punt moeten maken en keuzes moeten voorleggen. Ik dacht daarom: nou, fantastisch, het gevoel van urgentie zit er goed in. Ik begrijp dat dat niet in november kan, maar kunt u een indicatie geven wanneer wel? Want het moet gewoon niet weer te laat zijn.”

Minister Kaag:

“Nee, maar ik mag hopen dat we die les allemaal geleerd hebben. Zoals ik net zei, werd er gedaan, ook in Nederland, alsof heel veel andere landen een tijdelijk prijsplafond hadden. Dat is gewoon niet zo. De Commissie bekijkt nu zelf hoe ze dat op Europees niveau eventueel kan introduceren. Ik moet zeggen dat wij daar allerlei vraagtekens bij hebben, vanwege de gedeelde lasten. Maar dat is een andere politieke en financiële discussie. Ik kan in tweede termijn wellicht snel een richting geven, maar dat vraagt even overleg. Dat betreft namelijk veel meer departementen dan alleen Financiën.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 9, item 10 - blz. 41

Minister Kaag:

(…)

“Mevrouw Karimi vraagt wanneer wij komen met concrete voorstellen om de koopkracht te verbeteren. Daar hebben we het eerder over gehad. Ik zal proberen daar in tweede termijn een datum aan te plakken. Ik kan dat niet helemaal beloven, maar dat is wel het streven.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 9, item 10 - blz. 71-72

Minister Kaag:

(…)

“Nog even over de datum van compensatie of de mogelijke andere alternatieve maatregelen. Dat was een vraag van mevrouw Karimi. Ik had al verwezen naar een Tweede Kamermotie. Daar werd 1 april in genoemd. Kennelijk is die datum staande de vergadering in de Tweede Kamer aangepast. Het wordt voor 1 mei. Dat wilde ik nog even verhelderen. We gaan uiteraard ons best doen om dat te halen.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 9, item 10 - blz. 50

Staatssecretaris Van Rij:

(…)

“Dan kom ik terug bij uw terechte vraag. De minister heeft naar de motie van GroenLinks en PvdA verwezen die in de Tweede Kamer is aangenomen. Daar is ook een motie aangenomen van PvdA en CDA. Die gaat meer over het sociale tarief. De vraag aan het kabinet was — en die discussie hebben wij hier ook gehad bij de Voorjaarsnota: kijk nou eens of je toch niet gerichtere instrumenten kunt hebben voor 2024, om datgene wat we in 2023 niet konden doen, te voorkomen. Ik ga hier niet alle 34 maatregelen nog eens doornemen. Dat hebben we toen in de discussie bij de Voorjaarsnota gedaan. Toen bleek dat we eigenlijk gedurende het jaar heel veel niet konden. Als we het wel konden, technisch gezien, en als er een wettelijke grond voor was, liepen we te hoge risico's. Ik ga bijvoorbeeld weer even terug naar de zorgtoeslag. Die kun je halverwege het jaar aanpassen, maar dan loop je allerlei risico's met betrekking tot afbakening. Dat kan weer tot allerlei discussies en tot bezwaar- en beroepschriften leiden.

Wij komen dus bij de Tweede Kamer en ook bij de Eerste Kamer terug. In de motie van PvdA en GroenLinks is gevraagd om voor 1 april met die analyse te komen. Dat zullen we doen, omdat we ons zeer wel bewust zijn dat met name 2024 … De oorlog is zeker niet over, de energiecrisis is niet over. Sterker nog, de winter van 2024 kan in die zin ons allen weleens voor een wat groter vraagstuk plaatsen als het gaat om het op tijd vinden van gas tegen een nog redelijke prijs. De gasvoorraden zijn nu gevuld. Dat is uitstekend beleid van de collega's geweest. Tegelijkertijd weten we ook — en dat klinkt misschien wat ironisch — dat er nog Russisch gas bij zit, en dat is volgend jaar natuurlijk niet zo.”


Brondocumenten


Historie