T03878

Toezegging Brief kwantitatief doel uitvoeringskosten (36.441)



De staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van den Berg (VVD) en Aerdts (D66), toe een kwantitatief doel te gaan zetten op de uitvoeringskosten. De staatssecretaris zal hierover een brief sturen.


Kerngegevens

Nummer T03878
Status openstaand
Datum toezegging 16 april 2024
Deadline 1 juli 2024
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Mijnbouw
Kamerleden mr. drs. W.J.M. Aerdts (D66)
prof. dr. C.F. van den Berg (VVD)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Groningen
overheadkosten
schade
Kamerstukken Beëindiging gaswinning Groningenveld (36.441)


Uit de stukken

Handelingen I 2023-2024, nr. 29, item 3 - blz. XXX

Mevrouw Aerdts (D66):

(…)

“Vorig jaar, tijdens het debat over de versterking van gebouwen in de provincie Groningen, op 11 april, heeft de staatssecretaris aan mijn voorganger, Henk Pijlman, de toezegging gedaan om het in eigen beheer aanpakken van de versterking onder de aandacht van de NCG te brengen en om ruchtbaarheid aan de regeling te geven. Zou de staatssecretaris kort willen ingaan op de stand van zaken betreffende deze regeling? Ik zou ook nog graag willen stilstaan bij de overheadkosten die worden gemaakt bij de versteking en het herstel. Tijdens het vorige debat in deze Kamer, maar ook al tijdens het debat in de Tweede Kamer, is er stilgestaan bij de hoge percentages. De staatssecretaris heeft toen aangegeven dat hij dit nauwlettend in de gaten gaat houden. Ik zou hem willen vragen hier wat concreter op in te gaan.”

Handelingen I 2023-2024, nr. 29, item 9 - blz. XXX

Staatssecretaris Vijlbrief:

(…)

“Het uiteindelijke doel, dat ik ook aan de Tweede Kamer heb beloofd, wil ik hier nog een keer toezeggen. Uiteindelijk vind ik het verstandig dat wij een doel gaan zetten, een kwantitatief doel, op de uitvoeringskosten. Ik vind het verstandig om te zeggen dat het nooit meer moet zijn dan een bepaald percentage van het werkelijk uitgekeerde schadebedrag. Maar als ik dat het afgelopen jaar had gedaan, dan had ik voor IMG deze omwenteling onmogelijk gemaakt. Die had dan niet gekund. Ik ben er erg voor — dat is een antwoord op mevrouw Aerdts en anderen die ernaar gevraagd hebben — om daar, zoals ik in de Tweede Kamer al een keer heb toegezegd, een kwantitatief doel op te zetten. Ik wil best nog een keer een brief sturen over wat dat dan zou moeten zijn, maar ik vraag enige vergiffenis voor het IMG voor het afgelopen jaar, omdat ik zelf, en de Tweede Kamer met mij, tegen Nij Begun heb gezegd om met een ander systeem te komen. Dat kost even tijd. Dan zijn die getallen overigens nog steeds absurd hoog.”

De heer Van den Berg (VVD):

“In de eerste termijn van de Kamer hebben heel veel verschillende fracties hier aandacht gevraagd voor de overheadkosten, de proceskosten die met die schadeafhandeling te maken hebben. Die hoge kosten waren eerst 74 cent per euro en zijn opgelopen naar 78 cent. Zegt de staatssecretaris hier nu eigenlijk het volgende? "Ja, dat heeft te maken met een vertekening in de cijfers, vanwege de manier waarop er gewerkt wordt. Er zijn meer kosten gemaakt en dat is een investering geweest. We kunnen ervan uitgaan dat in de komende jaren een daling optreedt van dat percentage overheadkosten. Waar alle fracties in deze Kamer zich zorgen over maken, is een vertekening door het gevoerde proces van eerst meer kosten maken en dan meer schadeafhandelingen doen." Zegt de staatssecretaris eigenlijk dat dit een non-probleem is?”

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Het bondige antwoord is ja. Het iets langere antwoord is: ja, maar ik zeg niet dat het een non-probleem is, want al voordat we het schadesysteem veranderden, vond ik de uitvoeringskosten van het IMG relatief hoog. Ik heb hier vorig jaar een debat gehad met een van uw voorgangers, de heer Pijlman van de D66-fractie. Hij zei toen ook dat die kosten te hoog waren. Ik heb in de Tweede Kamer al gezegd dat we daar misschien een kwantitatieve doelstelling op moeten plakken. Laat ik het nou zo doen: eind mei heb ik, formatie volente, een commissiedebat in de Tweede Kamer. Ik zal een brief maken en hier aandacht aan geven. Als de Tweede Kamer daar ook meer over wil weten, zal ik dat op dat moment ook aan de Eerste Kamer melden. Ik zal daarbij iets van een kwantitatieve doelstelling formuleren, of iets waar je naartoe zou moeten. Want een non-probleem hangt er net weer te veel naar dat ik probeer iets goed te praten door een tijdelijk iets. De kosten waren daarvoor ook al hoog.”

De heer Van den Berg (VVD):

“Ja.”


Brondocumenten


Historie

  • 16 april 2024
    toezegging gedaan