Dit voorstel introduceert een bankenbelasting als aanvulling op eerder getroffen maatregelen om het financiële stelsel gezonder te maken en de risico’s die banken lopen te beheersen. Aldus zal sprake zijn van drie complementair werkende instrumenten (Basel III, het ex ante gefinancierde depositogarantiestelsel en deze bankenbelasting).

Uit het recente verleden is gebleken dat problemen bij de banken niet alleen gevolgen kunnen hebben voor de sector zelf. Het kan zijn weerslag hebben op de financiële stabiliteit in het algemeen en kan daarmee ook het functioneren van de reële economie beïnvloeden. Het raakt in dat geval de samenleving als geheel. Hoewel vele instanties de kapitaalinjecties inmiddels (gedeeltelijk) hebben terugbetaald en over de kapitaalinjecties rente wordt berekend (en betaald), is uit het recente verleden eveneens gebleken dat de Staat bereid is noodlijdende banken een helpende hand te bieden als dat echt nodig is om financiële stabiliteit te waarborgen. Het is dan ook naar de mening van de regering gerechtvaardigd dat van de bancaire sector een bijdrage wordt gevraagd in de vorm van een bankenbelasting. Hierdoor wordt de impliciete overheidsgarantie beprijsd, hetgeen naar de mening van de regering de hoofddoelstelling van dit wetsvoorstel is.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK 33.121, A) is op 22 mei 2012 aangenomen door de Tweede Kamer. Het lid Brinkman stemde tegen.

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel op 10 juli 2012 na stemming bij zitten en opstaan met algemene stemmen aangenomen. De tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel ingediende gewijzigde motie-Sent (PvdA) c.s. over de kredietverleningssituatie in Nederland (EK 33.121, J) is op 10 juli 2012 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. PVV, VVD, PvdA, CDA, ChristenUnie, SGP, D66 en 50PLUS stemden voor.


Kerngegevens

ingediend

15 december 2011

titel

Invoering van een bankenbelasting (Wet bankenbelasting)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot belasting waarvan de verschuldigdheid is ontstaan op of na dat tijdstip, met dien verstande dat artikel 14a:

  • a. 
    met ingang van 1 juli 2012 in werking treedt ingeval het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst wordt uitgegeven vóór 1 juli 2012;
  • b. 
    met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin de uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst heeft plaatsgevonden, ingeval de uitgifte van dat Staatsblad plaatsvindt na 30 juni 2012 maar vóór 1 oktober 2012;
  • c. 
    niet in werking treedt ingeval het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst wordt uitgegeven na 30 september 2012.

Documenten

4