35.175

Intrekking verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland



Dit wetsvoorstel trekt de wetgeving in die verplicht digitaal procederen voor de civiele rechter bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland mogelijk maakt. Deze pilot wordt gestopt nu de Raad voor de rechtspraak een “reset” van de digitalisering van de rechtspraak heeft aangekondigd (TK 29.279, nr. 420). Hiermee komt de regering tegemoet aan het spoedeisend belang van de rechtspraak om de verplichting tot digitale indiening bij de pilotgerechten op de kortst mogelijke termijn te beëindigen. De huidige situatie met twee verschillende regimes: één voor Gelderland en Midden-Nederland en één voor de rest van de gerechten komt dan ten einde. Bij de Hoge Raad blijft de verplichting tot digitaal procederen bestaan.

Met dit voorstel gaat de vereenvoudiging van het civiele procesrecht gewoon door. Enkele belangrijke inhoudelijke procesvernieuwingen worden nu voor alle rechtbanken verplicht. Rechters krijgen meer ruimte om regie te voeren. De rechter kan de mondelinge behandeling straks beter afstemmen op wat er voor de zaak en de partijen nodig is om tot een duurzame oplossing van het geschil te komen.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 13 juni 2019 als hamerstuk afgedaan.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 2 juli 2019 als hamerstuk afgedaan.


Kerngegevens

ingediend

26 maart 2019

titel

Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland en tot verruiming van de mogelijkheden van de mondelinge behandeling in het civiele procesrecht

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister voor Rechtsbescherming

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.


Documenten

1