Interpellatie-Duymaer van Twist (liberaal)

23 en 24 september 1875

Op 24 september 1875 nam de Eerste Kamer met 23 tegen 12 stemmen na afloop van een interpellatie-Duymaer van Twist een motie aan. Daarin werd een door de regering afgesloten overeenkomst met de Nederlandsche Rhijnspoorwegmaatschappij afgekeurd.

"De Eerste Kamer der Staten-Generaal, haren dank betuigende aan de Ministers voor de gegeven inlichtingen, is van oordeel, dat door de overeenkomst van 5 .lulij en 29 Junij 1875 het algemeen belang niet behoorlijk is behartigd"

Het kabinet-Heemskerk had via die overeenkomst de spoorwegmaatschappij de concessie verleend voor de aanleg van de lijn Leiden-Woerden.

Tevens was de bepaling opgenomen dat de maatschappij zou zorgen voor een verbinding met een lijn van de HYSM (Hollandsche IJzeren-spoorwegmaatschappij) naar Rotterdam.

Die bepaling zou echter vervallen als de Staten-Generaal niet zouden instemmen met een nog in te dienen Onteigeningswet. Deze voorwaarde werd door de Eerste Kamer als ongrondwettelijk beschouwd.

Hoewel de indiener uitdrukkelijk had verklaard dat de motie niet tegen het gehele kabinetsbeleid was gericht, besloot het kabinet toch zijn ontslag in te dienen.

De koning accepteerde dit echter niet en het kabinet bleef vervolgens tot 1877 doorregeren.